Inleiding
Bij de beschreven oefeningen is het natuurlijk de bedoeling dat je ze zelf gaat proberen. Het is zeker niet de enige manier om een gewenst eindresultaat te bereiken.
Het helpt als je voldoende natuurlijk licht hebt, maar heel felle zon maakt het vaak wel wat lastiger. Om de oefeningen uit te voeren is het soms nodig de instellingen op de camera aan te passen. Omdat dit erg per camera verschilt is het wel handig de handleiding bij de hand te hebben. Overigens wijken de benamingen vaak niet heel erg af, maar gaat er meer waar je ze kunt vinden.
Om niet bij iedere oefening een herhaling van instellingen te geven, geef ik hieronder een opsomming van zoals ik de camera heb ingesteld bij de start van de oefening. Als bij een oefening de startsituatie anders is, geef ik dat bij de oefening aan. Instellingen die tijdens de oefening aangepast moeten worden staan uiteraard beschreven in de oefening.
Basis instellingen camera
- Stand M, manuele bediening
- Aantal scherpstelpunten 1, in het middel van de sensor
- Lichtmeting: Meervlaks
- Belichtingscorrectie 0
- Scherpstelling AF-S (Automatische Focus - Eenmalig)
- Witbalans: Automatisch
- ISO : 100 of anders zo laag mogelijk
- Stapgrootte voor belichting 1/3 stop (niet noodzakelijk, wel meer controle)
- Fotografeer in RAW ipv JPEG (voor oefeningen niet noodzakelijk, wel meer kwaliteit)

Als je een statief hebt, helpt dat om vanuit precies de zelfde uitgangssituatie te fotograferen. Het kan ook zonder hoor. 
Let op! Dat je na de oefeningen de camera weer in een stand zet die voor jou prettig is en te voorkomen dat de eerst best foto mislukt.
Belichting
Oefening 1: Driehoek Diafragma, Sluitertijd en ISO
Instellingen Camera : basis instellingen
1. Stel het diafragma in op F8, ISO staat op 100
2. Richt je camera op een goed verlicht onderwerp met zo min mogelijk zoom (tussen 18 en 24 mm)
3. Pas je sluitertijd aan, zodat de indicator van de lichtmeting op nul staat.
4. Maak de foto (1)
5. Stel je diafragma in op F16
6. Maak de foto (2)
Je zal zien dat de foto nu echt niet goed is. Door van F8 naar F16 te gaan, maak je de lensopening kleiner. Hierdoor heeft de camera mee licht nodig. Het resultaat is dat de foto nu veel te donker is. Om nu een zelfde foto te krijgen met dezelfde belichting, moeten wij het aanpassen van het diafragma compenseren door de sluitertijd en of de ISO waarde aan te passen.
Als je de stapgrootte voor belichting op 1/3 hebt staan, blijkt dat het verschil van F8 tot F16 zes stapje is en dus twee stops verschil.
Met sluitertijd en of ISO moeten we de 2 stops verschil dus weer goed maken.
Bij de eerste foto kwam ik uit op een sluitertijd van 1/50 seconde
7. Pas de sluiter tijd zo aan, zodat het streepje van de lichtmeter weer in het middel staat
8. Maak de foto (3)
Ik kom dan uit op 1/12 van een seconde. Dit kan zeker uit de hand al snel tot bewegingsonscherpte leiden dus kies ik ervoor om de sluitertijd niet aan te passen.
8. Zet de sluitertijd weer op 1/50 sec
9. Pas de ISO aan, zodat de lichtmeting weer neutraal is.
10. Maak de foto (4)
11. Bij ISO 400 klopte het weer
12. Stel de ISO nu in op 200
13. Pas de sluitertijd aan zodat de lichtmeting klopt
14. Maak de foto (5)

Als je nu kijkt naar onderstaande foto's, die zeker geen toonbeeld zijn van mooie fotografie kunnen we wel zien dat de eerste, derde, vierde en laatste foto nagenoeg hetzelfde zijn wat betreft belichting. Als je goed kijkt zie je nog een verschil. Foto 1 had een diafragma van f8 en de andere foto's f16. De scherpte in de foto's 2 t/tm is hoger, maar ook de lensflare (lichte vlekken) is hier veel nadrukkelijker aanwezig. Doordat ik met een brandpuntafstand van 24mm heb gewerkt zie je nauwelijks verschil in scherptediepte. 

De voorbeelden zijn weinig zeggend, maar deze kennis komt in latere oefeningen nog goed van pas.
f8, 1/50, 100
f8, 1/50, 100
f16, 1/50, 100
f16, 1/50, 100
f16, 1/13, 100
f16, 1/13, 100
f16, 1/50, 400
f16, 1/50, 400
f16, 1/25, 200
f16, 1/25, 200
Ik heb de foto ook gewoon eens gemaakt met de camera op automatisch. In dit geval is het resultaat heel vergelijkbaar. Echter heeft de camera alles zelf bepaald en wilde deze eigenlijk flitsen. f7,1 met sluiter van 1/200 en ISO 200. Doordat de zon inmiddels iets gedraaid is was de lensflare ook verdwenen, maar dat terzijde.
Oefening 2: Dynamisch bereik van je camera bepalen
Voor deze oefening is het van belang een witte muur te hebben.
Camerainstelling: 
- Handmatige focus  
- Diafragma f8
- zoom. 55mm of meer.

1. Richt je camera op de muur
2. Zorg dat het beeld heel wazig is
3. Pas sluitertijd aan zodat belichting klopt.
Herhaal de volgende stappen
4. Versnel de sluitertijd iedere keer met 1 stop en maak foto, totdat deze volledig zwart is
5. Zet de belichting weer goed
6. Verlaag de sluitertijd iedere keer met 1 stop en maak foto, totdat deze volledig wit is.
Met mijn camera heb ik zo 12 foto's kunnen maken, hetgeen neerkomt op een dynamische bereik van 11 stops 

f8, 1/3200, 100, 70mm
f8, 1/3200, 100, 70mm
f8, 1/1600, 100, 70mm
f8, 1/1600, 100, 70mm
f8, 1/800, 100, 70mm
f8, 1/800, 100, 70mm
f8, 1/400, 100, 70mm
f8, 1/400, 100, 70mm
f8, 1/200, 100, 70mm
f8, 1/200, 100, 70mm
f8, 1/100, 100, 70mm
f8, 1/100, 100, 70mm
f8, 1/50, 100, 70mm
f8, 1/50, 100, 70mm
f8, 1/25, 100, 70mm
f8, 1/25, 100, 70mm
f8, 1/13, 100, 70mm
f8, 1/13, 100, 70mm
f8, 1/6, 100, 70mm
f8, 1/6, 100, 70mm
f8, 1/3, 100, 70mm
f8, 1/3, 100, 70mm
f8, 1/0.6, 100, 70mm
f8, 1/0.6, 100, 70mm
Oefening 3: Lichtmeting van de camera
Blabla
Back to Top